Deze grote, middelvroege, goudgele, afgeplatte, ronde ui kan zeer goed bewaard worden. Word ongeveer 45 cm groot. Deze heerlijk smakende, milde soort is goed winterhard.
Uien zijn de basis voor vele gerechten. Ze zijn zeer veelzijdig en gezond. Je kunt uien koken, bakken, frituren, stoven, stomen, vullen, raspen, fruiten, karameliseren, in de oven bereiden, in stoofgerechten gebruiken, in soepen en sauzen gebruiken. Uien zijn zeer gezond en zitten vol met: polyfenolen. Het bevat ook veel vitamine B, C, B6 en B11. Ook zitten er mineralen zoals: kalium, ijzer, fosfor, calcium, mangaan en molybdeen in. Ook zit er tryptofaan in. Gebruik uien in o.a.: Mexicaanse recepten, salsa’s, chutneys, salades, bij vlees, in uiensoep, in soepen, in roerbakgerechten, in stoofgerechten, in ovengerechten, in Guacamole, in dressings, in aardappelsalade, in Quiches en in soepen en sauzen. Uien combineren heerlijk met o.a.: kip, vis, rundvlees, varkensvlees, gehakt, eieren, kaas, room, boter, knoflook, rijst, pasta, feta, zalm, tonijn, kabeljauw, appel, noten en garnalen. En met andere groente als: paprika, prei, tomaat, aardappelen, spinazie, champignons, sperziebonen, broccoli, bloemkool, aubergine, courgette en pompoen. Niet winterharde eenjarige.
Binnen zaaien: maart - april
Buiten zaaien: juni - augustus
Kiemtijd: 10 - 12 dagen
Kiemtemperatuur: 9 - 15 °C
Zaaidiepte: 1 - 1½ cm
Afstand tussen de rijen: 30 - 45 cm
Plantafstand: 12 cm
Standplaats: zonnig
Oogstperiode: september - oktober
Binnen zaaien kan vanaf maart - april in trays gevuld met vochtige potgrond. Zaai de zaden spaarzaam en 1 - 1½ cm diep. Bedek de zaden met een laagje zaaigrond, omdat uien donkerkiemers zijn. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk. Laat vooral de temperatuur 's nachts niet dalen. Houd goed vochtig. Zet de zaailingen vanaf april, zodra er geen kans meer is op nachtvorst, buiten op een zonnige plaats met goede afwatering. Knip de zaailingen aan de bovenkant af, zodat ze 8 cm lang zijn. Stop ze 6 cm diep onder de grond. Houd goed vochtig en onkruidvrij.
Buiten zaaien kan vanaf juni, als de grond is opgewarmd. Zaai in rijen die 30 - 45 cm van elkaar afliggen. Zaai spaarzaam en 1 - 1½ cm diep. Bedek de zaden met een laagje zaaigrond, omdat uien donkerkiemers zijn. Dun de zaailingen uit tot 12 cm als ze ongeveer 15 cm groot zijn. Houd goed vochtig en onkruidvrij.
Oogst de uien als de toppen bruin en droog zijn. Trek de bollen omhoog uit de grond. Uien hebben voedingsrijke, vochtige grond nodig die verrijkt is met compost. Zaai of plant geen uien op een plaats waar in de voorgaande 4 jaren uien hebben gestaan. Plaatsing van sterk geurende planten als kamille, bonenkruid en wortelen in de directe nabijheid van de uien zou een verstorend effect op de uienvlieg kunnen hebben. Laat uw geoogste uien goed drogen voordat u ze op een droge, koele, donkere plaats bewaard. Op deze manier kunnen uw uien een maand worden bewaard.
Aantal planten per vak: 9 |
|
Aantal zaden per vak: 18 |
Afmeting vak: 30 x 30 cm |
Plantafstand: 10 cm |
Binnen zaaien: maart - april |
Buiten zaaien: juni - augustus |
Kiemtemperatuur: 9 - 15°C |
Kiemtijd: 10 - 12 dagen |
Zaaidiepte: 1 - 1½ cm |
Standplaats: zonnig |
Dagen tot oogst: 110 - 120 |
Begin met het maken, plaatsen, vullen en prepareren van uw 4kante moestuinbak. Begin maart kan er binnen in een klein zaaipotje gevuld met de goed vochtig gemaakte speciale grondmix worden voorgezaaid. Zaai per gaatje 2 zaadjes en bedek de zaden met een laag zaaimix omdat uien donkerkiemers zijn. Zorg voor een zo gelijkmatig mogelijke temperatuur. Knip per potje 1 zwakste zaailing weg, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren. Hard de zaailingen eind april - begin mei overdag buiten af. Na 15 mei kunt u de plantjes in uw gereedstaande bak planten
Vanaf juni, als de grond is opgewarmd,, kan er buiten in uw gereedstaande bak worden gezaaid. Zaai per gaatje 2 zaden en bedek ze met een laagje zaaimix omdat ui een donkerkiemer is. Knip de zwakste zaailing weg, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren. Geef vooral tijdens de kieming en bij droogte regelmatig water en verwijder het eventueel opkomende onkruid. Bescherm de zaailingen en planten tegen slakken en ander ongedierte.
Oogst de uien als de toppen bruin en droog zijn. Trek de bollen omhoog uit de grond. Zorg voor een droge dag met wat wind en laat de uien op tegels drogen. Zaai of plant geen uien op een plaats waar in het voorgaande jaar uien hebben gestaan. Uien kunnen op een droge, koele, donkere plaats goed worden bewaard.