Superaquadulce is een biologisch gekweekte, lange, donkergroene, glanzende goed gevulde peul met kleine, lichtgroene, heerlijk zoete boontjes. Deze middellate soort is zeer productief en kan zelfs tegen wat kouder weer, hij moet alleen tegen sneeuw worden beschermd. Tuinbonen zijn goed te bewaren en in te vriezen.
Gebruik tuinbonen als zelfstandige groente samen met wat bonenkruid en boter. Ook heerlijk in stoofschotels, soepen, roerbakgerechten en in Italiaanse gerechten. Geef deze soort een stevige ondersteuning. Winterharde eenjarige. Hoogte: 90 - 100 cm.
Binnen zaaien: januari - februari
Buiten zaaien: eind februari - eind maart
Kiemen: 3 - 8 weken (afhankelijk van de kiemtemp.)
Kiemtemperatuur: 5 - 20°C
Zaaidiepte: 5 - 7 cm
Plantafstand in rijen: 40 - 60 cm
Standplaats: zonnig en beschut
Oogstperiode: mei - juli
Zaai binnen voor vanaf januari voor een vroege oogst. Zaai in aparte potjes gevuld met vochtige potgrond. Zaai 1 zaad per potje in het midden en bedek de zaden met een dikke laag zaaigrond, omdat tuinbonen donkerkiemers zijn. Zet de potjes niet te warm weg, omdat tuinbonen koude nodig hebben om goed te kunnen kiemen. Zet de tuinbonen vanaf maart buiten op een zonnige, beschutte plaats. Geef hoge tuinbonen een stevige ondersteuning. Bedek ze met netten om vraat van vogels en ander ongedierte tegen te gaan.
Zaai buiten vanaf eind februari tot eind maart op een zonnige, beschutte en goed bemeste plaats. Zaai 5 - 7 cm diep in dubbele rijen die 23 cm van elkaar afliggen. Hou tussen elke dubbele rij 40 - 60 cm ruimte aan. Deze plant heeft kou nodig om goed te kunnen groeien, dus zaai niet later dan tot eind maart. Houd de grond goed onkruidvrij.
Knijp de toppen van de zaailingen uit zodra er 4 groepjes bloemen opkomen of zodra de eerste peulen zichtbaar zijn. Dit zorgt ervoor dat de plant alle energie kan steken in het maken van peulen. Ondersteun de planten met bamboestokken of ander ondersteuningsmateriaal en gebruik netten om de planten te beschermen tegen vraat. De tuinbonen kunnen geoogst worden zodra de peulen barsten. Ook is het mogelijk om de peulen in zijn geheel te eten, oogst dan zodra ze vingerdik zijn. Zodra de peulen beginnen te groeien moet er zeker in droge periodes regelmatig water worden gegeven. Tuinbonen kunnen zeer goed ingevroren worden.