Rode aardbeispinazie is ook net als trosaardbeispinazie een lid van de Amarantenfamilie (Amaranthaceae) net als spinazie, tuinmelde, suikerbiet, voederbiet, rode biet, snijbiet, brave Hendrik, Quinoa en Schorrenkruid. Het wordt wel spinazie genoemd, vanwege het blad dat vaag aan spinazie doet denken. Deze soort komt oorspronkelijk uit Oost-Azië en komt tegenwoordig in heel Europa in het wild voor. De Rode Aardbeispinazie wordt zo genoemd omdat de plant in de bladoksels rode schijnvruchten ontwikkeld. Deze soort komt op kalkrijke plekken in Nederland voor in het wild. Deze plant werd door de Romeinen als gebruikt als groente. Maar werd in verloop van tijd vervangen door de gemakkelijker te kweken en te oogsten Spinazie. De rode vruchtjes ontstaan in het midden van de zomer en lijken wel wat op kleine aardbeitjes. Deze kleine rode vruchtjes zijn ook eetbaar. Het verschil met de trosaardbeispinazie is dat de rode aardbeispinazie een andere plaatsing van de rode vruchtjes heeft. Bij de rode aardbeispinazie groeien de vruchtjes in de bladoksels en bij de trosaardbeispinazie groeien ze aan de stengels.
Het blad kan worden gekookt, gewokt, gestoofd en gestoomd. Ook kan het jonge blad gebruikt worden in salades. Verder kan het worden gebruikt in ovenschotels, soepen en sauzen en het kan worden bereid als Spinazie. De smaak lijkt wel wat op hazelnoten. De vruchten smaken wat naar rode bietjes. Gebruik de vruchten in salades, fruitsalades, in jam, sauzen en als gezonde snack. Deze plant is zeer geliefd bij bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen en andere nuttige insecten. Niet winterharde eenjarige.
Binnen zaaien: februari - maart
Buiten zaaien: midden maart - augustus
Kiemen: 7 - 14 dagen
Kiemtemperatuur: 18 - 22 °C
Zaaidiepte: oppervlakkig - 3 mm
Plantafstand: 75 - 100 cm
Standplaats: zonnig - half schaduw
Oogstperiode blad: maart - september
Oogstperiode vruchtjes: juni - september
Bloeiperiode: juni - augustus
Binnen zaaien kan vanaf maart t/m augustus. Zaai in trays met aparte vakjes. Gebruik goed gezeefde, goed losgemaakte en goed vochtig gemaakte potgrond. Zaai spaarzaam en oppervlakkig en druk de zaden voorzichtig in de grond. Houd goed vochtig en onkruidvrij. Bedek de trays met een deksel of huishoudfolie. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat vooral 's nachts de temperatuur niet dalen.
Verwijder het deksel of het huishoudfolie zodra de zaailingen opkomen. Zet de zaailingen vanaf midden maart, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren. Zet ze op een zonnige plek met half schaduw. Zorg voor een vooraf bemeste, vochtige, goed losgemaakte en kalkhoudende grond. Zet de zaailingen ongeveer 75 - 100 cm uit elkaar.
Buiten zaaien kan vanaf midden maart op een zonnige, vooraf bemeste, kalkhoudende en goed losgemaakte grond. Houd een zaaiafstand van 75 - 100 cm aan. Zaai dun en spaarzaam en bedek de zaden met een klein beetje grond, druk de zaden goed aan. Zodra de plantjes groot genoeg zijn om te hanteren, kunnen ze worden uitgedund. Houd voldoende afstand aan. De uitgedunde plantjes kunnen worden verwerkt in bijv. salades. Houd goed vochtig en onkruidvrij. Geef vooral tijdens droogte voldoende water. Laat de plantjes niet uitdrogen.
Het blad kan vanaf midden maart worden geoogst. Oogst het buitenste blad eerst en laat voldoende blad staan, zodat de plantjes verder kunnen groeien. Het blad kan worden bereid als vervanging van spinazie. Het blad kan het beste zo vers mogelijk worden gebruikt. Het kan 2 - 3 dagen worden bewaard in een plastic zak met gaatjes in de groentela van de koelkast. De vruchtjes kunnen vanaf juni worden geoogst, zodra zij rood zijn. Knip de vruchtjes van de plant af met een schaar of draai ze voorzichtig van de planten. De vruchtjes kunnen worden ingevroren om ze te bewaren. Op deze manier kunnen ze 2 - 3 maanden worden bewaard.