Een slasoort met zachte, groene, gekrulde bladeren. Omdat hij geen kroppen vormt, wordt dit ook wel pluksla genoemd. Bij het oogsten steeds de mooist gevormde bladeren plukken en de rest laten staan zodat er weer nieuwe bladeren kunnen groeien. Schiet niet snel in het zaad. Niet winterharde eenjarige.
Binnen/onder glas zaaien: begin april
Buiten zaaien: mei
Kiemen: 7 - 10 dagen
Kiemtemperatuur: 10 - 18 °C
Zaaidiepte: ½ cm
Plantafstand: 35 - 40 cm
Standplaats: zonnig
Dagen tot oogst: 45
In april kan begonnen worden met binnenshuis of onder glas zaaien in luchtige zaaigrond. De zaadjes moeten met een dun laagje zaaigrond worden afgedekt omdat ze licht nodig hebben om te kiemen. De grond licht vochtig houden. De jonge zaailingen kunnen na 3 - 4 weken buiten worden geplant zodra er geen kans meer is op nachtvorst. Ongeveer 35 - 40 cm ruimte aanhouden tussen de plantjes.
In mei zodra er geen kans meer is op nachtvorst kan er in de volle grond worden gezaaid. Zaai in rijen die 35 - 40 cm van elkaar verwijderd zijn, om de 35 - 40 cm 3 zaadjes per gat. Zaad licht afdekken. Na 3 - 4 weken de jonge zaailingen uitdunnen tot 1 plantje per plaats.
Regelmatig plukken zorgt voor een voortdurende aangroei van nieuwe blaadjes. Bij droogte de grond goed vochtig houden. Slakken en bladluizen kunnen een bedreiging vormen voor sla. Zaai regelmatig ( om de 3-4 weken) kleine hoeveelheden sla. Dit zorgt voor een langere oogstperiode.