Dropplant wordt ook wel anijsplant genoemd. Hij komt oorspronkelijk uit Nieuw-Mexico. Het is een lid van de muntfamilie net als kattenkruid, wollige munt, pepermunt, kruizemunt en palingkruid. Hij heeft aantrekkelijke, lichtpaarse, rechtopstaande bloemspiralen die bestaat uit allemaal kleine bloemetjes en rechtopstaande stengels met licht- tot donkergroen blad dat aan de onderzijde donzig is. Het blad ruikt naar anijs, vandaar de naam anijsplant. Hij heeft het liefst een zonnige, beschutte plek met goed drainerende grond. Kan zeer slecht tegen natte voeten.
Deze plant heeft een eigen plek nodig en kan beter niet onder andere planten worden gezet. Dropplant kan zichzelf gemakkelijk uitzaaien en is dus ook geschikt voor een verwilderde tuin. Bijen, vlinders en andere nuttige insecten zijn gek op Dropplant. Het zaad heeft een koude en natte periode nodig om te ontkiemen. Het jonge blad wordt gebruikt om kruidenthee van te maken die opkomende verkoudheid door middel van zweten kan verlichten. En ook in het kruiden van diverse gerechten. Deze meerjarige plant verliest in ons klimaat zijn blad in de herfst en moet tegen vorst en sneeuw worden beschermd. Winterharde meerjarige. Hoogte: 60 - 100 cm.
Binnen zaaien: maart - april
Buiten zaaien: april - mei
Kiemen: 10 - 14 dagen
Kiemtemperatuur: 16 - 20°C
Zaaidiepte: oppervlakkig - ½ cm
Plantafstand: 25 - 30 cm
Standplaats: zonnig
Oogstperiode: juli - oktober
Deze plant heeft een koude en natte periode nodig om te ontkiemen. Je kunt het pakje zaad ongeveer een week in de koelkast leggen. Laat de zaden langzaam wennen aan kamertemperatuur. Binnen kan er vanaf maart worden voorgezaaid in trays met fijne, vochtige potgrond. Houd de zaden vochtig, maar niet te nat. Druk de zaden voorzichtig aan en bedek ze nauwelijk met grond. Dropplant is namelijk een lichtkiemer. Bedek het zaaisel met huishoudfolie of een deksel. Om de vochtigheid binnen te houden. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk. Laat vooral 's nachts de temperatuur niet dalen. Houd vochtig en onkruidvrij.
Verwijder het deksel of de huishoudfolie, zodra de zaailingen opkomen. Hard de zaailingen vanaf midden mei, zodra er geen nachtvorst meer is, ongeveer 10 - 14 dagen overdag af. Na ongeveer 6 weken kunnen zij op een zonnige plaats in de vollegrond worden gezet.
Vanaf half april kan er in de vollegrond worden gezaaid op een zonnige plaats. Hark de zaden voorzichtig in de grond. Dun de zaailingen, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren, uit op 25 - 30 cm.
Deze meerjarige plant verliest in ons klimaat zijn blad in de herfst en moet tegen vorst en sneeuw worden beschermd. Dropplant is zeer aantrekkelijk voor bijen en vlinders. Ook vogels eten graag van het zaad van deze plant. Het blad kan zowel vers als gedroogd worden gebruikt als kruidenthee en voor het kruiden van gerechten. Droog de bloemen en het blad door ze ondersteboven op te hangen in een droge en goed geventileerde ruimte. Na ongeveer 10 dagen is het droog genoeg. Hierna kunnen de bloemen en het blad worden opgeruimd in plastic dozen met deksel. Op deze manier kunnen ze lang worden bewaard.