Knolkervel is een zogenaamde “Vergeten groente”. Deze plant komt oorspronkelijk uit Midden- en Oost-Europa. Deze schermbloemige plant heeft licht giftig blad dat wel wat lijkt op het blad van kervel. Waarschijnlijk komt hier zijn naam vandaan. Deze plant wordt namelijk gekweekt voor de verdikkingen aan de wortelstok. Deze knollen zijn eetbaar, nadat zij zijn gekookt of gestoofd. De vorm van de knollen kan variëren van rond tot langgerekt en ook de grootte is variabel van 5 - 10 cm. De smaak van de gekookte of gebakken knollen is lichtzoet en lijkt wel op de smaak van kastanjes. Deze plant is ook geliefd bij bijen. Winterharde tweejarige. Hoogte: 100 - 200 cm.
Let op: alleen de knollen zijn eetbaar.
Buiten zaaien: september - december
Kiemen: 180 dagen
Kiemtemperatuur: 5 - 10 °C
Zaaidiepte: ½ - 1 cm
Plantafstand: 25 - 30 cm
Standplaats: zonnig - halfschaduw
Bloeiperiode: juni - augustus
Oogstperiode: juli - december (in het jaar na zaaien)
Zaai buiten van september - december. Omdat Knolkervel een koudekiemer is, is dit de gemakkelijkste methode. De plant krijgt namelijk vanzelf een koudeperiode en ontkiemt in het voorjaar. Zaai de zaden op een zonnige tot half beschaduwe plek met goed losgemaakte grond. Zorg dat de grond goed vocht vasthoud, maar wel een goede afwatering heeft bij veel regenval. Dun de zaailingen, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren uit op 25 - 30 cm. Houd goed onkruidvrij en vochtig.
De knollen kunnen worden geoogst zodra het loof van de plant begint te verkleuren. Laat deze knollen na de oogst nog 6 - 8 weken op een koele plek in vochtig zand op smaak komen. De knollen kunnen ook wat langer in de grond blijven (tot december) en dan vers worden geoogst en bereid.