Het Karpatenklokje komt oorspronkelijk uit de bergen in de Karpaten en wordt steeds meer in tuinen en in het wild in Nederland en België gezien. De opvallende, grote klokvormige bloemen staan op dunne, fragiele groene stelen en worden omring door smal, vederachtig, frisgroen blad. Dit is een mix van blauwe en witte bloemen die bijzonder geschikt zijn voor de vaste border, als randje om een border, als bodembedekker en als blikvanger of in groepjes in elke tuin. Deze bijzonder lang bloeiende plant verliest een gedeelte van zijn blad in de winter. Winterharde meerjarige. Hoogte: 10 - 15 cm.
Binnen zaaien: maart - april
Buiten zaaien: mei - juni
Kiemen: 30 - 90 dagen
Kiemtemperatuur: 16 - 21°C
Zaaidiepte: oppervlakkig - ½ cm
Plantafstand: 15 - 25 cm
Standplaats: zonnig - half schaduw
Bloeiperiode: juni - september
Zaai vanaf maart binnen in grote potten of in de koude bak. Zaai dun en druk de zaden voorzichtig aan. Het Karpatenklokje is een lichtkiemer. Het kan lang duren voordat de zaden ontkiemen. Houd tijdens de kieming de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat vooral 's nachts de temperatuur niet dalen. Houd dus goed vochtig en heb geduld. Laat de zaailingen begin mei een aantal dagen (10 - 14) overdag aan de buitentemperatuur wennen. Zet ze hierna op een zonnige plek met eventueel wat schaduw en goed waterdoorlatende grond.
Vanaf mei kan er buiten in de vollegrond worden gezaaid. Zaai dun en druk de zaden voorzichtig aan. Dun de zaailingen, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren, uit op 10 - 15 cm. Houd goed vochtig en onkruidvrij. Het Karpatenklokje zaait zichzelf zeer gemakkelijk uit en is hierdoor geschikt voor de verwilderde tuin.