Watermeloen Orangeglo is zoals de naam al doet vermoeden een watermeloen soort met oranje vruchtvlees. De vruchten zijn langwerpig met een donkergroene schil met lichtere strepen. Ze kunnen per stuk wel 5 – 7 kilo wegen. Orangeglo kan redelijk goed tegen koude en hij krijgt ook vruchten in een wat koude klimaat zoals het onze. De vruchten hebben een heerlijke, zoete smaak en heerlijk sappig vruchtvlees. Kan op een warme, zonnige en beschutte plaats buiten worden geplant.
Oogst de watermeloen zo kort mogelijk voordat u hem gaat eten, omdat deze soort niet echt goed kan worden bewaard. Bewaar na gebruik in de koelkast in wat aluminiumfolie gewikkeld. Gebruik deze heerlijk smakende watermeloen als exotisch fruit, in bowl, in toetjes, in fruitsalades, als ontbijt, samen met ham als voorgerecht, in salades, als sappige snack in de zomer en in alle gerechten met watermeloen. Niet winterharde eenjarige.
Binnen zaaien: april - mei
Kiemtijd: 7 - 10 dagen
Kiemtemperatuur: 20 - 25 °C
Zaaidiepte: 1 cm
Uitplanten in de volle grond: midden - eind mei
Plantafstand: 50 - 60 cm
Standplaats: zonnig - beschut
Oogstperiode: juli - oktober
Binnen zaaien kan vanaf april - mei binnen in een propagator of in een verwarmde kas. De temperatuur moet minstens 20°C zijn, warmer zorgt voor een betere kieming. Het is wel belangrijk dat de temperatuur zo constant mogelijk is, dit zorgt namelijk voor een goede kieming. Laat vooral 's nachtss de temperatuur niet dalen. Gebruik aparte zaaipotten die niet te klein zijn (ong. 7 cm Ø). Stop per pot 1 zaadje op zijn kant, ongeveer 1 cm diep in goede, waterdoorlatende potgrond en dek dit af met een laagje grond. Houd goed vochtig, maar niet te nat om rotting te voorkomen. Verplant de zaailingen, zodra de eerste echte bladeren opkomen in grotere potten (ong. 13 cm Ø).
Rond midden mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst, moet u de jonge zaailingen een aantal dagen (10 - 14) geleidelijk laten wennen aan de buitentemperatuur voordat u ze in de volle grond zet. Ze hebben een zonnige, warme en beschutte plaats nodig met goed waterdoorlatende grond. Voor een zo goed mogelijke oogst kunt u ze het beste in een kas zetten. Geef de planten voldoende water, maar laat ze niet in te veel water staan en geef elke 14 dagen wat vloeibare mest.
Meloenen dragen vruchten aan de zijscheuten. Bij watermeloenen moet de hoofdscheut na het 4e blad worden getopt. De hieruit voortkomende zijscheuten, moeten worden geleid over de grond of eventueel langs een hekwerk (dit kan bij zware vruchten wel lastig zijn), zodat zij ruimte hebben om te groeien. Aan deze zijscheuten ook wel ranken genoemd, groeien de bloemen die vrucht gaan dragen. Zeker bij de teelt in de kas kan het nodig zijn om de bloemen met de hand te bevruchten.
Na ongeveer 10 weken zijn de vruchten rijp. Dit kunt u controleren door de vruchten te bekloppen met uw knokkels, zodra ze hol klinken zijn ze rijp.