Spruitjes rood is weer eens wat anders voor de moestuin. Deze zeer decoratieve en apart uitziende plant is geheel rood - paars. Het zijn kleine, heerlijk smakende rood - paarse spruitjes die middellaat geoogst kunnen worden. Oogst de spruitjes nadat er in ieder geval 1 keer nachtvorst is geweest voor een heerlijke en zoetere smaak. Spruitjes rood is een aanrader voor mensen die graag iets unieks, decoratiefs en aparts in de moestuin of tuin willen zetten. Het koken van de spruitjes verandert de kleur van rood - paars naar paars - groenig.
Spruitjes zijn zeer gezond en veelzijdig. Spruitjes bevatten o.a.: vitamine A, B1, B2, B3, B6, B11, E en een grote hoeveelheid vitamine C. En de mineralen: calcium, fosfor, ijzer, kalium, magnesium, mangaan, molybdeen en zink. Ook bevatten spruitjes het aminozuur tryptofaan en veel vezels en weinig calorieën. U kunt spruitjes koken, roerbakken, bakken, stoven, stomen en in de oven bereiden. Ook kan er stamppot en soep met spruitjes worden gemaakt. Spruitjes zijn erg lekker in combinatie met: aardappelen, kaas, uien, nootmuskaat, kerriepoeder, eieren, champignons, pasta, kip, noten, gember, rundvlees, varkensvlees, appel, mosterd, rundergehakt en chorizo. En met diverse groenten zoals: sla, tomaat, wortelen, paprika en prei. Winterharde eenjarige.
Binnen zaaien: februari - maart
Buiten zaaien: half april - half juli
Kiemtijd: 7 - 14 dagen
Kiemtemperatuur: 15 - 20 °C
Zaaidiepte: ¼ - ½ cm
Afstand tussen de rijen: 60 cm
Plantafstand: 45 - 60 cm
Standplaats: zonnig en beschut
Oogstperiode: oktober - maart
Binnen zaaien, voor een vroege oogst, kan vanaf februari. Zaai in trays gevuld met vochtige potgrond. Zaai spaarzaam en bedek de zaden met een zeer dun laagje grond. Houd de grond goed vochtig tijdens de kieming. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat vooral de temperatuur 's nachts niet dalen. Bedek de trays met een deksel om het vocht binnen te houden. Na 7 - 14 dagen komen de zaailingen op. Verwijder het deksel zodra de zaailingen opkomen. Zet de zaailingen in aparte potjes zodra zij 5 cm groot zijn.
Hard de zaailingen af, vanaf eind april - begin mei. Laat ze overdag 10 - 14 dagen buiten staan of zet ze 10 - 14 dagen in de koude bak. Zet de jonge plantjes, vanaf midden mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst, op een zonnige, goed bemeste plaats met beschutting tegen de wind en in goed waterdoorlatende grond. Houd 45 - 60 cm ruimte aan per plant.
Zaai buiten vanaf half april, zodra er geen kans meer is op nachtvorst. Zaai op een zonnige plaats met goed bemeste en goed waterdoorlatende grond met beschutting tegen de wind. Zaai dun in rijen en houd 60 cm ruimte aan tussen de rijen. Bedek de zaden met een zeer dun laagje zaaigrond. Houd de zaden tijdens de kieming goed vochtig. Dun de zaailingen uit op 7 - 10 cm, zodra zij 5 cm groot zijn.
Plant de jonge plantjes op hun definitieve plaats zodra zij 10 - 15 cm groot zijn. Zorg voor een zonnige plaats met goed bemeste en goed waterdoorlatende grond met beschutting tegen de wind. Houd tussen de planten 45 - 60 cm aan en tussen de rijen 60 cm. Geef uw spruitjes zodra de kooltjes beginnen te groeien, elke week wat koemestkorrels of andere mest. Zaai en zet spruitjes niet in grond waarop het jaar daarvoor kool heeft gestaan. Bescherm de planten tegen vogels. Pluk de spruitjes zodra zij 2 - 3 centimeter groot zijn en pluk van onder naar boven. Spruitjes kunnen zeer goed ingevroren worden. Blancheer ze zeer kort voor het invriezen.