Kropsla Meikoning (May King) is een biologisch gekweekte, zeer vroege en heerlijk malse kropslasoort. Het is een zeer oud ras dat een grote hoeveelheid aan lichtgroene, dichte kroppen produceert die lichtelijk rood zijn gekleurd aan de randen. Het is een vroege en redelijk winterharde soort die buiten, in een koude kas en in de koude bak kan worden gekweekt vanaf het begin van het jaar. Hij kan tegen temperaturen van -5C°. Kan ongeveer 3 dagen in een plastic zak in de koelkast worden bewaard. Ongeveer 10 – 14 weken na het zaaien kan er al geoogst worden.
Meikoning is heerlijk in salades, soepen, wokgerechten, stoofschotels, ovenschotels, als broodbeleg en als snack of apart feesthapje. Oogst de sla zodra de kroppen goed gevormd zijn. Niet winterharde eenjarige.
Binnen zaaien: eind februari - begin maart
Kiemen: 5 - 10 dagen
Kiemtemperatuur: 10 - 18 °C
Zaaidiepte: ½ cm
Plantafstand: 25 - 35 cm
Standplaats: zonnig
Dagen tot oogst: 60 - 65
Oogstperiode: midden - eind mei
Zaai binnen vanaf eind februari. Zaai in aparte potjes gevuld met potgrond of gebruik turfpotjes die gemakkelijk buiten kunnen worden geplant, zodra de zaailingen groot genoeg zijn. Zaai per potje 1 of 2 zaadjes. Bedek de zaden met een zeer dun laagje zaaigrond, want sla is een lichtkiemer. Zet de potjes in een propagator met een deksel om het vocht goed vast te houden. Houd de grond goed vochtig, maar niet te nat om rotting te voorkomen. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat de temperatuur 's nachts niet teveel dalen. Dun de zaailingen na 2 - 3 weken uit op 1 sterkste per potje.
Zet de jonge planten vanaf begin april buiten in een koude bak om af te harden. Dit duurt ongeveer 10 - 14 dagen. Na deze afhard periode kunnen de planten vanaf half april - begin mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst, buiten worden gezet op een zonnige plaats met goed watervasthoudende grond. Kies een plek uit die niet recentelijk is bemest, maar die wel voldoende voeding voor de planten bevat. Geef voldoende water en laat de grond nooit uitdrogen. Slakken en bladluizen kunnen een bedreiging vormen voor slakroppen. Deze slasoort is extra gevoelig voor doorschieten. Dit in het zaad schieten van slaplanten kan worden voorkomen door de grond goed vochtig te houden, door de sla voldoende ruimte te geven om kroppen te maken en door Meikoningin tijdig te oogsten.