Sla Meikoningin (May Queen) is een oud ras dat zeer snel groeit. Deze heerlijk malse, zacht en zoet smakende kropsla kan na 60 dagen al worden geoogst. De grote kroppen donkergroene sla hebben een prachtige rode zweem aan de randen en het hart van de krop heeft een bronzen gloed. Deze sla is vooral geschikt om in het vroege voorjaar te kweken omdat hij snel in het zaad schiet bij warmte. Ook is hij zeer gevoelig voor het verlengen van de dagen in het latere voorjaar. Deze sla is heerlijk in salades, slasoep, op sandwiches en als ondergrond voor heerlijke huzaren- of aardappelsalades. Oogst de sla zodra de kroppen goed gevormd zijn. Vanaf midden mei tot eind mei. Zeker niet later, om doorschieten te voorkomen. Niet winterharde eenjarige.
Binnen zaaien: eind februari - begin maart
Kiemen: 5 - 10 dagen
Kiemtemperatuur: 10 - 18 °C
Zaaidiepte: ½ cm
Plantafstand: 25 - 35 cm
Standplaats: zonnig
Dagen tot oogst: 60 - 65
Oogstperiode: midden - eind mei
Zaai binnen vanaf eind februari. Zaai in aparte potjes gevuld met potgrond of gebruik turfpotjes die gemakkelijk buiten kunnen worden geplant, zodra de zaailingen groot genoeg zijn. Zaai per potje 1 of 2 zaadjes. Bedek de zaden met een zeer dun laagje zaaigrond, want sla is een lichtkiemer. Zet de potjes in een propagator met een deksel om het vocht goed vast te houden. Houd de grond goed vochtig, maar niet te nat om rotting te voorkomen. Houd de temperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat de temperatuur 's nachts niet teveel dalen. Dun de zaailingen na 2 - 3 weken uit op 1 sterkste per potje.
Zet de jonge planten vanaf begin april buiten in een koude bak om af te harden. Dit duurt ongeveer 10 - 14 dagen. Na deze afhard periode kunnen de planten vanaf half april - begin mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst, buiten worden gezet op een zonnige plaats met goed watervasthoudende grond. Kies een plek uit die niet recentelijk is bemest, maar die wel voldoende voeding voor de planten bevat. Geef voldoende water en laat de grond nooit uitdrogen. Slakken en bladluizen kunnen een bedreiging vormen voor slakroppen. Deze slasoort is extra gevoelig voor doorschieten. Dit in het zaad schieten van slaplanten kan worden voorkomen door de grond goed vochtig te houden, door de sla voldoende ruimte te geven om kroppen te maken en door Meikoningin tijdig te oogsten.