Bietje Chioggia komt oorspronkelijk uit Chioggia in Italië. Het is een zeer opvallende bietensoort. Het is een Heirloom ras met een heerlijke, aardse smaak en zeer ronde, lichtrode bietjes met een aantal zeer opvallende, lichttoze, contrasterende ringen die afwisselend donkerrood en wit zijn. Kan in bijna elke grondsoort worden geteeld. Dit is een zomerbietensoort.
Bietjes zijn zeer gezond en veelzijdig. Ze bevatten o.a.: vitamine B1, B2, B5, B6, B11 en C. En de mineralen: natrium, calcium, mangaan, kalium, ijzer, fosfor, magnesium, koper en zink. Ook zitten er veel vezels, betanine en vulgaxanthine en weinig calorieën in bietjes. Daarom zijn bietjes erg gezond. U kunt bietjes koken, in de oven klaarmaken, rauw bereiden, bakken, stomen, stoven, inmaken in zuur en gebruiken in soepen en stamppotten. Bietjes zijn heerlijk in combinatie met: appel, aardappelen, sla, uien, wortel, knoflook, citroen, sinaasappel, kaas, zure room, noten, bieslook, augurk, rucola, veldsla, spinazie, rundvlees, eieren, kip, gehakt en spek. Winterharde eenjarige.
Voorweken: ½ - 1 uur
Buiten zaaien: half april - half juli
Kiemtijd: 7 - 21 dagen
Kiemtemperatuur: 16 - 22 °C
Zaaidiepte: 1 - 2½ cm
Zaaiafstand: 40 - 50 cm
Zaai-afstand rijen: 30 cm
Standplaats: zonnig
Oogstperiode: juli - september
Vanaf half april tot half juli, als er geen kans meer is op strenge vorst en de grond is opgewarmd, kan er in de volle grond worden gezaaid. Zaai op een zonnige plaats met losgemaakte, goed gedraineerde grond. Verwijder zoveel mogelijk stenen om de wortels de kans te geven diep in de grond te groeien. Zaai, voor een langere oogstperiode, kleine hoeveelheden verspreid na elkaar.
De zaden kunnen ½ - 1 uur voor het zaaien worden voorgeweekt in lauwwarm water om het kiemen gemakkelijker te maken. Zaai in rijen die 30 cm van elkaar afliggen, elke 5 cm 1 zaadje. Het kiemen kan 7 - 21 dagen duren, dit is afhankelijk van de kiemtemperatuur. Uit elk zaadje groeien 3 of meer zaailingen. Verwijder alle zwakke zaailingen zodat er per zaadje 1 sterkste overblijft. Dun de zaailingen uit zodra ze 5 cm lang zijn, op 10 cm ruimte voor kleine ronde bietjes en 15 cm ruimte voor de grotere langwerpige soorten.
Bietjes hebben tijdens de groei veel water nodig, daarom moet er tijdens droge periodes extra water worden gegeven. Bescherm uw bietjes tegen vogels met netten. Oogst bietjes als ze nog jong zijn. Als het blad begint te hangen kunnen ze geoogst worden. Snijd het loof ongeveer 5 cm boven de knol af om bloeden en rotten tegen te gaan. Bietjes kunnen het beste direct na de oogst worden gegeten. Maar het is eventueel mogelijk om ze te bewaren op een koele, donkere plaats in afgesloten dozen. Leg ze in lagen en doe tussen elke laag wat zand. Op deze manier kunnen ze ongeveer een maand worden bewaard.