Gomplant wordt ook wel Gombloem en Gomkruid genoemd. Hij komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en Zuid-Amerika en Canada. Gomplant is een lid van de Margrietfamilie (Astericeae). Net als Duizendblad, valkruid, Aster, Goudsbloem, Zonnebloem, Tandzaad, Kogeldistel, Madeliefje, Paardebloem, Cosmea, Afrikaantje en Melkdistel. Het is een kruidige plant met gele bloemetjes en vlezig blad. De bloemen van Gomplant lijken veel op de bloemen van Asters. Het blad van deze plant bevat een hars dat ook wel gom wordt genoemd. Daar dankt deze plant zijn naam dus aan.
De blaadjes van de bloem worden in de natuurgeneeskunde gebruikt om bijv. een thee van te maken die gebruikt wordt tegen luchtwegaandoeningen, tegen hoest, tegen astma, tegen bronchitis, tegen ontstekingen, allergieën en tegen huidontstekingen. De thee kan zowel van de verse bloemetjes als van de gedroogde bloemetjes worden gemaakt. Droog de bloemen op een droge, goed geventileerde plek. Hierna kunnen de bloemetjes in een goed afgesloten plastic of glazen bak worden bewaard. Op deze manier zijn de gedroogde bloemblaadjes 6 - 12 maanden te bewaren. De hars van deze plant bevat stoffen die bladluis kunnen verjagen. Deze planten bloeien vanaf mei t/m oktober. Gomplant is zeer geliefd bij bijen, vlinders en andere nuttige insecten. Gomplant blijft niet wintergroen. Winterharde tweejarige. Hoogte: 150 - 200 cm.
Binnen zaaien: april - mei
Buiten zaaien: mei - juni & september
Kiemtijd: 28 - 35 dagen
Kiemtemperatuur: 18 - 23 °C
Zaaidiepte: oppervlakkig - ½ cm
Plantafstand: 40 - 45 cm
Standplaats: zonnig - beschut
Bloeiperiode: mei - oktober (in het 2e jaar na zaaien)
Oogstperiode: juni - oktober (in het 2e jaar na zaaien)
Binnen zaaien kan vanaf april in kleine potjes of zaaitrays gevuld met goed vochtig gemaakte potgrond. Zaai dun en spaarzaam en oppervlakkig. Druk de zaden voorzichtig aan en bedek ze met een zeer dun laagje gezeefde potgrond. Gomplant is namelijk een lichtkiemer. Houd de kiemtemperatuur zo gelijkmatig mogelijk en laat vooral ’s nachts de temperatuur niet dalen. Houd de zaden vochtig en bedek ze met een deksel of huishoudfolie om het vocht binnen te houden.
Verwijder het deksel of de huishoudfolie zodra de zaden ontkiemen. Zet de zaailingen in grotere potten, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren. Zet de zaailingen vanaf begin mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst, overdag buiten in de zon om af te harden. Doe dit ongeveer 10 - 14 dagen. Na de afhardperiode, midden mei, kunnen de zaailingen buiten worden gezet op een zonnige, beschutte plek met goed waterdoorlatende grond. Houd de grond goed vochtig en onkruidvrij. Houd 40 - 45 cm ruimte tussen de planten aan.
Buiten zaaien kan vanaf midden mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst. Zaai op een zonnige, beschutte plek met goed waterdoorlatende grond. Zaai dun, spaarzaam en oppervlakkig. Druk of hark de zaden voorzichtig in de grond. Bedek de zaden met een dun laagje gezeefde zaaigrond. Afhankelijk van het weer, de buitentemperatuur en andere factoren duurt het 28 - 35 dagen voordat de zaden ontkiemen. Houdt de zaden vooral tijdens de kieming goed vochtig. Houd een plantafstand van 40 - 45 cm aan.
Vanaf juni kunnen de bloemen worden geoogst. Oogst de bloemen op een droge dag. Leg de bloemen op een droogrek te drogen in een droge, geventileerde en vorstvrije ruimte. Niet in de zon. Droog de bloemen ongeveer 14 - 21 dagen tot zij door en door droog zijn. Hierna kunnen de bloemblaadjes worden verkruimeld. Bewaar de gedroogde bloemblaadjes in een plastic doos met deksel of in een glazen pot met deksel. Op deze manier kunnen de bloemblaadjes 6 - 12 maanden worden bewaard.